Sint Maarten laat mijn lichtje branden

Werken aan het innerlijk
Werkt door naar buiten.
Oordeel niet, luister slechts
Houd van ieder.

Ervaring van buiten
Werkt door naar binnen.
Vermijd niets, zoek slechts
Weer niets af, verdraag slechts
Tot het bereikt is.

Rust in het innerlijk
Heb lief naar buiten
Klaag niet, lijd slechts
Vraag niets, wacht slechts
Tot je gegeven wordt.

Ruw en hard kan november zijn. Harde winden met vrieskoude regens jagen de mensen terug in hun huizen. Behaaglijk en beschut. Hadden we rond de Michealstijd nog moeite om ons huis op te zoeken en afscheid te nemen van de zomer, nu zijn we maar moeilijk weer naar buiten te krijgen. 
Kijk eens hoe een boom vanaf zijn top naar beneden rood en oranje kleurt, de levenssappen trekken zich van boven naar beneden terug. Ook de mens keert zich steeds meer naar binnen. En als in de natuur de levenssappen minder worden groeit bij ons het zielenzonnelicht, dat we in de zomer opdeden, steeds krachtiger. De lichtfeesten zullen ons helpen om door de donkerste periode van het jaar te komen. Want hoe duister de aarde ook is, in ons huis brand het licht. 

Sint Maarten

Sint Maarten is het eerste lichtfeest en het begin van de grote Advent. Vanaf nu zijn er nog 40 dagen naar Kerst en daarna nog 40 dagen tot Maria Lichtmis. 

Al heel lang, tot aan de Germanen aan toe, is 1 of 11 november heel belangrijk geweest. De oogst is binnen, het vee is vet en klaar om geslacht te worden. Het meeste werk is gedaan. De rust periode staat op het punt van beginnen. Het hamsteren voor de winter was vroeger een echte noodzaak. Wie geen voorraad aanlegde kwam in de winter te kort en moest dus hongerlijden. Met de voorraadkelder goed gevuld vonden veel mensen dat het goed was om wat te delen, met hen die het niet gelukt was om een wintervoorraad aan te leggen. In Nederland werd het een gebruik om een lichtje (knol) aan de deur te hangen en zo te laten zien dat arme konden aankloppen voor een paar appels of ander wintervoorraad. Delen zoals sint Maarten zijn mantel met de bedelaar deelde. 
Martinus ging op zijn 15e het Romeinse leger in en was net als zijn vader voorbestemd om officier te worden. Drie jaar later krijgt zijn leven echter een totaal andere wending. Op een koude dag rijdt hij met zijn leger eenheid richting de stad Amiens, bij de poorten ziet hij een bedelaar zitten. Hij ziet hoe zijn soldaten er langs rijden zonder de bedelaar ook maar een blik te gunnen. Hij voelt diep van binnen een vuur oplaaien, hij moet helpen. Martinus deelt zijn kostbaarste bezit, zijn dikke wollen mantel. Martinus komt in Frankrijk ook in aanraking met het christelijke geloof en hij bekeert zich. Hier voor moet hij eerst uit het leger, een enorme beslissing voor de jonge man. Hij geeft zijn zekerheid op om een vuur dat hij inzicht voelt te volgen. In zijn verdere leven sticht hij meerdere kloosters en werd hij Bisschop. Hij stond bekent om zijn zeer sombere levensstijl en compassie. En al snel mengde de voorchristelijke gebruiken zich met de verering van de heilig verklaarde sint Maarten. 

Als kind vond ik sint Maarten een fijn warm feest. Als jong kind genoot ik van het appelvrouwtje en de bedelaar in het park en de warme chocolade melk. In de 6e en 7e mochten we met ons lichtje langs de deuren en zongen we voor de dichte deur in de hoop dat deze open zou gaan en we beloond werden. De kou buiten, de geur van het knolletje en de warmte van de mensen die de deur open deden waren bijzonder en mooi. 
We ontvingen toen voornamelijk, nog niet rijp genoeg om ook iets te geven. 
Ik vind iets geven, oprecht uit het hart heel moeilijk. Geven zonder daar ook maar iets voor terug te verwachten vereist nederigheid en dat is een deugd die ik nog niet onder de knie heb. Ik twijfel vaak ook nog of ik al wat te geven heb? Ben ik rijp genoeg? Is wat ik te geven heb wel interessant? 
Geld of goed weggeven is niet zo moeilijk, mits je het kan missen is een euro zo in de collectebus gegooid en menig huishouden puilt uit van de spullen die gemist kunnen worden. Maar het geven van iets als kennis of aandacht is veel moeilijker. Stel nou dat je zo gul bent met je aandacht weggeven dat je niks meer overhoud voor jezelf? Je loopt jezelf voorbij en eindigt dan net als de bedelaar, zelf om hulp vragend. Neem dus een voorbeeld aan Martinus, hij schonk de bedelaar DE HELFT van zijn mantel, omdat hij ook aan zichzelf bleef denken. 
Zelf denk ik dat het woord DELEN misschien beter op zijn plaatst is ipv geven. Bij delen hou je altijd  een deel voor jezelf. Kennis, aandacht, geld en liefde het is allemaal te delen. 
De actie van het delen van zijn mantel was voor Martinus een keerpunt in zijn leven. 
Voor ons zitten er geen bedelaars meer bij de poort, maar ook wij kunnen keuzes maken die voor een keerpunt kunnen zorgen. Weet je nog, die zwoele zomeravond waarop je wilde plannen maakte over het roer om en alles helemaal anders aanpakken? Tijdens de Michaeltijd dalen deze plannen weer een beetje en hebben we moeite om ze vorm te geven, we zijn nog te veel 'buiten' bezig. Maar nu we terugkeren naar het Huis kunnen we de wilde plannen omzetten in concrete doelen en er in de lange adventtijd aan werken. 

Op school is sint Maarten het eerste lichtfeest. We halen de laatste vrucht van de donkere aarde, knollen die uit de aarde komen staan symbool voor de zomer die ons warmte en licht heeft geschonken. (daarom dus geen pompoen want die groeit op de aarde) naar binnen en doen er een warm lichtje in (warmte en licht, vandaar die strenge kleuterjuf die tegen de waxinelichtjes op batterijen is). 
De kinderen lopen in processie een ronde en brengen het licht naar de mensen. Ze ontvangen doorvoor vaak een appel of een peer.
Ook is het in mijn herinnering zo dat er vanaf sint Maarten weer kaarsen brandde op school, de geur was zo heerlijk en voor altijd verbonden met de warmte en mystieke tijd van de grote advent. 

Ik heb me voorgenomen om komende 80 dagen (40 voor en 40 na kerst) mijn wilde zomer plannen die nu tijd genoeg hebben gehad om te sudderen, in de praktijk te brengen. Ik keer nog meer terug naar het huis en ga eens lekker opruimen. Mijn huis heeft nogal wat achterstallig onderhoud en dat begin ik te merken. Het zomerlicht geeft mij kracht om de donkere winter door te komen. 


Reacties

Meest bekeken

De kunst van het nat vilten

Michael geef mij moed!

Sint Jan

Sokken breinen - Het basis patroon

Maria Lichtmis