#5 Wie Schrijft die Blijft



Ik vertelde al eerder dat ik sommige gebeurtenissen zeer helder heb onthouden, vaak gekoppeld aan geuren of eten. Zo ook deze herinnering. 
1 januari 1991. Zo als altijd gaan we op nieuwjaarsdag naar oma V. We krijgen warme worstenbroodjes en kijken het nieuwjaarsconcert en het schansspringen van Garmisch Partenkirchen. Die dingen zijn nu onlosmakelijk met elkaar verbonden. 
Ik mag van Oma iets in de grote witte kast in de kinderkamer zoeken, deze kast zit vol met, in mijn ogen schatten, dingen van vroeger. Ik vind een dagboek waar slechts 1 pagina is beschreven in het handschrift van mijn moeder. Ik ben opslag verliefd op het rood Chinese motief op de kaft en de tekening op de lege pagina's. De beschreven pagina wordt er uit gehaald en ik mag het dagboek hebben. 

Op donderdag 24 januari 1991 schrijf ik voor het eerst in mijn dagboek. Om er daarna nooit meer mee op te houden.
Wat ik die dag schreef blijft vooralsnog een geheim, want dat is een dagboek. Een plek waar je je diepste gevoelens kwijt kunt, of gewoon 100x de naam van je verliefdheid kan neer pennen om het daarna te voorzien van een half miljoen hartjes. Vier pagina's later verklaar je vervolgens de oorlog aan deze jongen omdat hij met iemand anders naar de kermis is geweest. 

Mijn eerste dagboeken zijn vooral een op een stapeling van  tiener vreugde en verdriet, een prachtig beeld van een kind dat volwassen wordt. Met alles, maar dan ook alles wat daar bij hoort. 
Ergens halverwege het tweede boek, ik ben dan bijna 18 jaar,  begin ik ook over maatschappelijke dingen te schrijven. Verkiezingen, oorlog of aanslagen. 
Soms schrijf ik erg lang niks, zo is er een gat van dec 1999 tot de moord op Fortuyn in 2002. Het was persoonlijk een zware tijd toen en ik kon het niet opschrijven. Achteraf vind ik dat erg jammer. En nam me toen voor om alles te schrijven hoe pijnlijk het ook is. Maar er waren dingen die zo pijnlijk waren dat ze het papier nooit hebben gehaald. 

Voor mij zijn mijn dagboeken meer dan alleen een manier om een geheim kwijt te kunnen. Ik schrijf met een groter doel in mijn achterhoofd.  Ik schrijf voor het nageslacht. 
Nee, niet voor mijn kinderen, maar voor daarna. Ik hoop echt dat deze dagboeken bewaard zullen blijven en dat ze later een beeld kunnen schetsen van hoe mijn leven was. 
Misschien is het grootheidswaan dat mijn pennenstreken ooit van enig belang kunnen zijn. Maar je weet maar nooit. In de geschiedenis zijn we vooral veel te weten komen over het dagelijks leven door dagboeken. Dus schrijf ik verder. 
Afgelopen jaar heb ik erg veel geschreven. Zo'n bijzondere tijd vraagt om een goede beschrijving. Dagboek nummer 4 is dan ook bijna vol en kocht ik afgelopen week een prachtig nieuw boek. Ik ben gek op paperblanks en de keus was dus ook niet heel moeilijk. Mooi stevig papier waar ik met vulpen op kan schrijven en een  buitenkant om meteen verliefd op te worden. 
Ik schrijf verder, voor mezelf en voor de mensen die het ooit gaan lezen. Zo bang om later meteen vergeten te worden. En was de slogan niet "Wie schrijft die blijft" 





Reacties

Meest bekeken

De kunst van het nat vilten

Michael geef mij moed!

Sint Jan

Sokken breinen - Het basis patroon

Maria Lichtmis